- CATEGORIEËN
Voorpublicatie ‘Het bewaren waard’: conservatisme tussen geschiedenisliefde en liefdesgeschiedenis
Vaak lees je dat conservatieven hun visie op mens, leven en wereld laten bepalen door de geschiedenis. Wie de fascinatie van vele conservatieven voor de geschiedenis gadeslaat, zal allicht geneigd zijn daarmee in te stemmen. Een aantal conservatieven doet dat ook, zelfs met grote stelligheid, door te beweren dat conservatisme ten gronde niet meer is dan het systematiseren van de ervaring uit het verleden – naar het woord van de apostel Paulus ‘beproeft alle dingen, behoudt het goede.’
Een oog stevig op de geschiedenis gericht houden, kan nooit kwaad, integendeel, maar dat wil niet zeggen dat dit volstaat. Om Paulus’ woorden toe te passen, is het immers nuttig alvast een idee te hebben over wat al dan niet onder ‘het goede’ kan worden verstaan.
Het is conservatieven weleens overkomen dat onderscheid uit het oog te verliezen en zichzelf te profileren als de verdedigers van de waarden die door de geschiedenis naar voren waren gebracht als zinvol en nobel. Op die manier werd de geschiedenis net iets te gemakkelijk van een vindplaats tot een rechtbank gemaakt. De evolutie van steden, landen en continenten werd herleid tot een verhaal over een survival of thefittest, waaruit moest blijken dat de bestaande wereld boven elke kritiek was verheven.
Paradoxaal genoeg bleek die visie op het verleden vaak dodelijk voor de geloofwaardigheid van vele conservatieven, wier verzet tegen deze of gene innovatie werd doodgeknuppeld met een verwijzing naar hun eigen visie op de geschiedenis. Het is immers eigen aan de geschiedenis dat ze zich voortzet en er niet aan denkt stil te vallen op een moment dat iemand goed uitkomt, zelfs niet als die tot de conservatieve school behoort.
Het beeld van de conservatief als een laudator temporis acti, een lofzanger van de oude tijd, mag dan al gestoffeerd kunnen worden met een stevig aantal voorbeelden, onproblematisch is het zeker niet. Dat is het ook nooit geweest, want keer op keer waren er conservatieven die de geschiedenis niet bijster interessant vonden, maar zich beriepen op andere bronnen, zoals het natuurrecht, die immuun leken te zijn voor elke contaminatie door de feitenverzameling die de geschiedenis is.
Om deze impasse te overstijgen, moeten we kijken naar de grondpositie van elk conservatief denken die we als uitgangspunt namen, namelijk een pessimistische antropologie. Wie niet zoveel vertrouwen heeft in de natuurlijke goedheid van de mens, zal ook niet geneigd zijn om in de geschiedenis van de mensheid op zoek te gaan naar een gouden tijd, niet in de utopische toekomst, maar ook niet in het door nostalgie bijgekleurde verleden.
Is de geschiedenis dan irrelevant voor een con- servatief die probeert consistent om te gaan met zijn mensbeeld? Hoegenaamd niet – negatieve voorbeelden zijn immers ook voorbeelden. Of anders gezegd: eerder dan een verzameling van enthousiasmerende inspiratiebronnen, is het verleden voor een conserva- tief een nuttige gereedschapskist vol met waarschuwingen en negatieve voorbeelden.
Maakt dat dan iets uit, hoor ik al vragen? Als het verleden inderdaad een verzameling van dwaalwegen is, dan is het resultaat toch niet zo verschillend van de survival of the fittest waarover we het eerder hadden? In de ene versie zijn we verzeild waar we zijn, omdat we ervoor gekozen hebben, in het andere geval omdat de alternatieven onwenselijk of zelfs verwerpelijk bleken te zijn – voor zover ze er al waren.
Was het maar zo eenduidig, en waren de keuzes die mensen individueel en collectief moeten maken maar zo helder. Het vervelende aan de fouten uit het verleden is echter dat ze perfect kunnen worden herhaald. Dat gebeurt zelden op identieke wijze, maar als het erom gaat zich te vergissen, is de menselijke creativiteit minstens even groot als in meer glorierijke omstandigheden. Een beetje conservatief beseft dat niet alleen, maar erkent het ook ruimhartig.
Vanuit die onheroïsche omgang met het verleden volgt logisch dat conservatieven het niet zo hebben met de gedachte van de Zin van de Geschiedenis, met twee onontbeerlijke hoofdletters. De enige zinvolle omgang met het verleden bestaat erin de mogelijkheid open te houden om rechtsomkeer te maken zodra blijkt dat men een dwaalweg is ingeslagen. Dat inzicht kan vroeger of later komen. Een wijsheid die op de menselijke ervaring is gebaseerd, blijft dus slechts wijs tot bewijs van het tegendeel en daar is ook niets mis mee, al was het maar omdat er niet bepaald alternatieven voorhanden zijn. Zoals nog zal blijken uit ons verhaal over de conservatieve invulling van fenomenen als gewoonte en traditie, sluit dit evenmin uit dat lessen worden getrokken uit negatieve ervaringen, maar die lessen behouden hun karakter van voorlopigheid.
Misschien is het daar wel misgelopen tussen een belangrijk deel van de conservatieve opinie in Europa en de Europese Unie, hoewel beide veel hadden om elkaar te verstaan. Bij de opeenvolgende uitbreidingen heeft de Unie gebruik gemaakt van het concept van het acquis communautaire, dat erop neerkwam dat landen die nieuw toetreden tot de Unie het bestaande Unierecht moeten integreren in hun eigen rechtsstelsel. Toetreden impliceerde met andere woorden dat men aanvaardde dat over dat verleden geen discussie meer bestond. Het was een verworvenheid. Wie er een probleem mee had, behield de vrijheid om buiten de Unie te blijven.
Als het de voornaamste bedoeling is eindeloze debatten te vermijden, heeft die werkwijze ongetwijfeld haar verdiensten. Ze getuigt echter van een al te groot vertrouwen in de menselijke en vooral de eigen wijsheid. Het gesprek met nieuwe toetreders, met hun specifieke ervaringen en mislukkingen, kan precies een gelegenheid zijn om de eigen ervaringen te toetsen en bij te sturen. Een dogmatische omgang met een concept als het acquis kan daar een beletsel voor zijn, zoals een al te dogmatische omgang met het verleden dat altijd is.
Laat conservatieven hun fascinatie voor het verleden vooral niet loslaten, het is onze enige bron van kennis. Laat ze echter ook beseffen dat de geschiedenis geen vrolijke wetenschap is, maar een afwisselend ergerlijke en vertederende illustratie van wat de mens uiteindelijk is: een wezen waar nog werk aan is.
Het boek Het bewaren waard van Frank Judo kunt u hier bestellen.