Volg ons op
Over Ertsberg

Nieuwe ideeën en oude gedachten een kans én de nodige ruimte geven om het debat op een volwassen manier te voeren, met open vizier.
Ontdek onze boeken & auteurs.

Luckas Vander Taelen: ‘We moeten onze geschiedenis kennen en doorgeven’

Abonneer op onze podcast

Toeval bestaat niet. Of toch wel? In zijn nieuwe boek Achille vertelt Luckas Vander Taelen over zijn bijzondere ontstaansgeschiedenis aan de hand van brieven die zijn grootvader in de loopgraven schreef tijdens de Eerste Wereldoorlog. Vijftien miljoen soldaten en burgers verloren hun leven tijdens de oorlog, maar Luckas Vander Taelen kreeg er het zijne cadeau, weliswaar veertig jaar na de wapenstilstand. Als de jaren tussen 1914 en 1918 banale vredesjaren waren geweest, dan was zijn grootvader Achille nooit naar Engeland gegaan. Dan had hij daar nooit Joséphine, de vrouw van zijn leven, leren kennen. Hun wegen zouden elkaar nooit gekruist hebben en dan was Luckas Vander Taelen er nooit geweest. Zonder toeval had hij nooit bestaan. 

Persoonlijke oorlogsverhalen 

Over de wereldoorlogen is al veel geschreven. Sommige lezers zullen zich dus ongetwijfeld afvragen wat dit boek onderscheidt van alle anderen. Mensen beseffen niet dat het Belgische leger een van de weinige legers was waarvan de soldaten niet naar huis konden schrijven. Franse en Engelse soldaten konden brieven schrijven, maar door de Duitse bezetting tot aan de IJzer was dit voor Belgische soldaten onmogelijk. De post functioneerde niet, dus soldaten ontvingen ook geen enkele brief. ‘Mijn grootvader Achille had het geluk dat zijn broer was afgekeurd voor verdere legerdienst en in Engeland belandde,’ zegt Vander Taelen. ‘Hij kon dus brieven sturen naar zijn broer in Engeland en van hem ook brieven ontvangen.’ Dit gebeurde praktisch elke dag en hun correspondentie werd ook goed bewaard.   

Het verhaal is heel persoonlijk, waardoor het ook een impact heeft op de kijk van Vander Taelen op de Grote Oorlog. ‘Dat de oorlog vreselijk was, dat weten we, maar het lezen van de brieven heeft me toch veel bijgebracht.’ Ik weet nu bijvoorbeeld dat het front aan de IJzer heel anders was dan het Franse front en het front rond Ieper, zegt Vander Taelen. ‘Ik ben een gezworen republikein, maar dankzij de brieven heb ik toch een zeker respect gekregen voor Koning Albert I, dankzij wiens wijsheid het Belgische leger niet dezelfde fout heeft gemaakt als het Franse en Engelse leger.’ Zinloze aanvallen vanuit de loopgraven uitvoeren waarbij er dagelijks jonge soldaten sneuvelen heeft het Belgische leger niet gedaan, en dat hebben we te danken aan Albert I.

Het belang van de kijk van veteranen

Na afloop van een oorlog wordt er telkens te weinig geluisterd naar wat veteranen te vertellen hebben, vindt Vander Taelen. Zij hebben de oorlog van dichtbij meegemaakt, maar toch wordt er niet altijd voldoende geluisterd naar hun verhalen. Ze zijn jong, keren terug van het front, trouwen en krijgen kinderen. Maar tot het einde van zijn leven werd Achille geplaagd door nachtmerries en trauma’s, al werd hier niet over gesproken. Vander Taelen wist jarenlang ook niet over het bestaan van de brieven van zijn grootvader. Ondanks de nachtmerries werd de oorlog doodgezwegen in zijn familie, net zoals bij heel veel andere families.  

Door het bestaan van de brieven is de herinnering aan deze vreselijke periode echter niet vergaan. De geschiedenis moet beter gekend zijn en doorgegeven worden van generatie op generatie, vindt Vander Taelen. ‘Ik heb het boek dan ook opgedragen aan mijn kleinkinderen, omdat ik wil vermijden dat de herinneringen aan onze geschiedenis verdwijnen.’ Honderd jaar geleden vertrokken deze jonge mannen vol moed naar het front, met de gedachte dat ze de Duitsers snel zouden terugdringen. De realiteit bleek anders en jonge mannen zoals Achille zagen heel wat vrienden sneuvelen. Dat kan niet anders dan voor blijvende trauma’s zorgen. 

De oorlog in Oekraïne

In onze streken lijkt een oorlog een ver-van-ons-bed show, maar in Oekraïne is het bittere realiteit. Op dit moment vechten jonge Oekraïense mannen voor hun vaderland in een loopgravenoorlog. De oorlogsvoering mag dan wel veranderd zijn ten opzichte van honderd jaar geleden, er sterven net zoals tijdens de Eerste Wereldoorlog heel veel jonge mannen aan het front. Uit documentatie en bewaarde briefwisselingen blijkt dat heel wat jonge soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog zich afvroegen wat ze eigenlijk in de oorlog deden. Dagelijks zagen ze hun kameraden voor hun ogen sterven en velen zagen op die momenten het nut niet meer in van de oorlogsvoering. Dat gevoel zal op dit moment ook aanwezig zijn bij de Russische en Oekraïense soldaten, denkt Vander Taelen. ‘Wie weet worden hun brieven ook bewaard en zal er ooit een kleinzoon daar een boek over schrijven.’