- CATEGORIEËN
Erik De Bruyn: ‘Kritiek op woke mag geen monopolie rechterzijde worden’
In zijn boek Levenslang Links blikt Erik De Bruyn terug op zijn politieke leven en stelt hij vragen bij de toegankelijkheid van de politiek en het functioneren van de democratie. In 2007 verraste hij vriend en vijand door een derde van de stemmen te halen in de voorzittersverkiezingen van sp.a. Zo belande hij in de nationale politiek. In Levenslang Links beschrijft hij het proces waarin hij afscheid nam van zijn communistische jeugdidealen en zicht vastrijdt in de meedogenloze logica van een machtspartij die geen dissidentie verdraagt. In deze podcast geeft hij meer uitleg over zijn boek en wijst hij ons op het feit dat een gebrek aan burgerschap en verantwoordelijkheidszin onze redding in de weg dreigen te staan.
De keuze voor het communisme
Het boek gaat over meer dan het verhaal van Erik De Bruyn, het gaat over een hele generatie – zij die in de jaren zeventig tieners waren. ‘Mijn generatie is in een heel gepriviligeerde periode op de wereld gezet, in die zin dat we het toppunt van de welvaartsstaat beleefden.’ Er was ontzettend veel mogelijk in die tijd en het was een heel optimistische periode. De problemen waarmee wij als kritische jongeren werden geconfronteerd waren de problemen van de derde wereld, een ver-van-mijn-bedschow dus,’ zegt De Bruyn. ‘De oorlogen in Afrika, in Vietnam en de honger in de wereld waren internationale vraagstukken en hadden geen weerslag op ons eigen persoonlijke leven.’ Tieners in de jaren zeventig waren de generatie die in de slagschaduw van mei ’68 leefden en dus volgden op de generatie jongeren die vragen bij het kapitalisme stelden. Het antwoord daarop was het communisme. Via jongerenverenigingen en scholen waren er voldoende kanalen aanwezig om kennis te maken met die ideologie. Het communisme was zeker niet dé dominante politieke stroming onder jongeren, maar het was wel een belangrijke subcultuur,’ benadrukt De Bruyn.
In de huidige tijdgeest de keuze maken voor het communisme is minder evident. Het communisme wordt beschouwd als een politiek experiment dat op grote schaal gefaald heeft. Het communistisch gedachtegoed staat momenteel in een negatief daglicht waardoor ik er op die manier niet meer door geïnspireerd zou geraakt zijn,’ zegt De Bruyn. ‘Al sluit ik niet uit dat wanneer ik vandaag 18 jaar zou zijn ik nog steeds geïnspireerd zou worden door de achterliggende gedachte van het communisme. Niet door de politieke praktijk van het communisme maar wel door het marxistische gedachtegoed.’
Ideologische starheid
Door de jaren heen stapte De Bruyn deels af van zijn communistische gedachtegoed en werd hij meer genuanceerd links. ‘Een zekere dosis ideologie is nodig maar het moet goed gedoseerd worden,’ benadrukt De Bruyn. ‘Ideologie is een beetje zoals zout op je eten, een beetje is nodig en gezond maar te veel is schadelijk en toxisch.’ In de loop van de jaren negentig drong De Bruyn de ideologische starheid bij zichzelf terug en keek hij met een meer genuanceerde blik naar het communisme. Vervolgens gooide hij zich op de partijpolitiek, maar ook daar werd hij al snel geconfronteerd met grenzen. Zijn boek is dan ook een boodschap aan jonge mensen om zichzelf niet uitsluitend te laten leiden door ideologie. ‘De woke-beweging is zo een voobeeld, op de achtergrond spelen er toxische ideologische concepten.’
Sociaal-democratie en de weg naar links
In een sociaaldemocratisch partijprogramma zijn er altijd een aantal pijlers van belang. Enerzijds is er het sociaal-economische aspect, en langs de andere kant het etische en het culturele. ‘De core business van de sociaaldemocratie moet op het sociaal-economische blijven liggen.’ Socialisten moeten een duidelijk links profiel blijven hanteren in dat domein. Zo is De Bruyn van mening dat de energiesector in handen moet zijn van de overheid. ‘Energie is te belangrijk om te laten afhangen van private investeringen.’ Op het ethische vlak ziet De Bruyn raakvlakken met de liberalen. Wanneer het bijvoorbeeld gaat over soepelere regels voor euthanasie zit de sociaaldemocratie vaak op één lijn met de liberalen. Op cultureel vlak is de sociaaldemocratie helemaal doorgeschoten naar links tot extreemlinks, benadrukt De Bruyn. ‘Ik zie gelijkenissen tussen het Stalinisme en het postmodernisme in de vorm van de woke-beweging.’ Als sociaaldemocraten mogen we daar gerust wat afstand van nemen zonder dat we het verwijt moeten krijgen dat we aan het verrechtsen zijn,’ zegt De Bruyn. De kritiek op de woke-beweging mag geen monopolie van rechts worden. Kritiek vanuit de linkerzijde blijft daarom van groot belang. ‘Woke kan gevaarlijk zijn, zelfs voor links.’